Twijfelt u over de toestand van een vogel, bel dan eerst voor advies de vogelopvang.
Als u een gewonde vogel vindt, pak hem voorzichtig op, liefst met een handdoek of jas. Zet hem in een doos, zet er geen water of voer bij en breng hem naar een vogelopvang.
Is het een jonge vogel, leg dan in de doos een kruik of een flesje warm water gewikkeld in een handdoek. Zorg dat de vogel niet te veel afkoelt.
Olieslachtoffers nooit zelf schoonmaken, maar naar de vogelopvang brengen.
Vogels die vast zitten in draad of een fruitnet, niet zelf lostrekken. Knip draad of net rondom af en laat de rest in de vogelopvang verwijderen.
Knip nooit de vislijn af als een vogel een vishaak heeft doorgeslikt.
Zet vorstslachtoffers of vogels met ijs aan hun veren niet bij de kachel.
Doe uw kat een bel om – liefst twee – en laat de kat in het broedseizoen niet ’s nachts buiten lopen. Als katteneigenaar bent u verantwoordelijk voor het aangebrachte vogelleed. Elke gewonde of gedode volwassen vogel betekent ook een ter dood veroordeeld nest met jongen.
Let op uw eigen veiligheid. Vogels hebben gemene snavels en klauwen. Houd ze nooit dicht bij uw gezicht. Let hierbij vooral op kinderen. Blauwe reigers zullen altijd proberen in uw gezicht te pikken.
In Nederland zijn wilde vogels beschermd. Het houden van wilde vogels is strafbaar. De vogelopvang heeft hiervoor een vergunning.
Bent u niet in staat de vogel zelf te vangen, bel dan een dierenambulance. Voor adressen en/of telefoonnummers zie contactgegevens